Search

02 Thalamus, nucleus caudatus & substantia nigra

Je bouwt het model van mediaal naar laterale zijde op, omdat je dan kunt boetseren vanuit duidelijke oriëntatiepunten. We starten met drie grijze stof kernen van de basale ganglia, nucleus caudatus, nucleus subthalamicus (weergegeven als de thalamus) en de substantia nigra.

Het eerste oriëntatiepunt is het 3e ventrikel, namelijk links en rechts van het 3e ventrikel liggen de thalami die onderling zijn verbonden via de interthalamische adhesie (massa intermedia).

  • Thalamus en interthalamische adhesie (rood): Kneed een rood staafje en plaats deze door de opening in het 3e ventrikel. Daarna kneed je twee rode bolletjes en plaats je deze lateraal van het 3e ventrikel. 

 

Of note, in dit model is er geen verschil tussen de thalami en een kern van de basale ganglia, nucleus subthalamicus. In en rondom de thalamus liggen verschillende kleinere subkernen, waar de nucleus subthalamicus er één van is.

 

Het tweede oriëntatiepunt is het laterale ventrikel, waar de nucleus caudatus lateraal langs ligt ook in gelijkwaardige grote C-vorm.

  • Nucleus caudatus (blauw): Boetseer twee langere rollen met een dikker frontale zijde en een dun uiteinde, als ware een kop met een dunne staart. Plaats deze rollen aan beide zijden lateraal van de laterale ventrikels.

 

Het cerebrale aquaduct van Sylvius is het oriëntatiepunt voor de substantia nigra.

  • Substantia nigra (blauw): Kneed twee boogjes en plaats ze net boven het 4e ventrikel aan de laterale zijde van het cerebrale aquaduct van Sylvius.

 

Deze 3 kernen, nucleus caudatus, nucleus subthalamicus en substantia nigra werken sterk samen om gedragingen te reguleren en vooral bekend van het optimaliseren van geplande bewegingen.