Voor deze Inclusie interviewreeks zijn verschillende mensen geïnterviewd die werkzaam zijn in het onderwijs en zich bezighouden met het thema inclusie. Deze interviewreeks is bedoeld om inzicht te geven in hoe inclusie er in de praktijk uit kan zien.
Joke Visser is in april gestopt met werken om te genieten van een welverdiende sabbatical. Daarvoor werkte ze het Expertisecentrum 7 jaar lang voor het Expertisecentrum Samen naar School. Dit is een project van de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind om in een gewone school klassen te vormen voor kinderen met ernstige beperkingen. Joke heeft ooit orthopedagogiek gestudeerd en is toen beleidswerk gaan doen en heeft gewerkt bij stichtingen en landelijke organisaties voor mensen met een beperking. In 1998 is ze voor zichzelf begonnen. Samen naar School ziet ze als haar belangrijkste project (https://www.samennaarschool.nl/).
SAMEN NAAR SCHOOL
Wat versta je onder inclusie?
Dat iedereen er gewoon bij hoort. En niet op basis van handicap of kleur of iets anders wordt uitgesloten. Heel breed. Dat is wat kinderen van de reguliere school dan ook leren: iedereen hoort erbij!
Kun je wat vertellen over Samen naar School?
Samen naar School begint bij initiatiefnemers. Vaak zijn dat ouders van kinderen met een beperking. In 2014 waren er 7 Samen naar School klassen die ooit subsidie hadden aangevraagd bij het Gehandicapte Kind. We vroegen ons toen af of het zinvol zou zijn om dat concept breder uit te zetten in Nederland en nieuwe initiatiefnemers met raad en daad te ondersteunen. Ik werd gevraagd om een haalbaarheidsonderzoek te doen. Ik heb toen alle 7 klassen bezocht. Ik ontmoette er allemaal reuze gepassioneerde mensen en het was zo leuk met de kinderen op school door de interactie en de inclusiemomenten en toen dacht ik: ‘Ja, hier word je helemaal warm van! Dit moet gewoon door heel Nederland.’. Nu zijn er 47 klassen. Het idee is dat kinderen in hun eigen wijk het liefst maar in ieder geval in hun eigen gemeente naar school kunnen gaan met hun leeftijdsgenootjes en met hun broertjes en zusjes.
Een Samen naar School klas heeft een apart lokaal, in een reguliere school. Dat lokaal is helemaal aangepast aan de leerlingen. Je probeert zo veel mogelijk aan te sluiten bij de lessen van de school. Van ouders hoor je dan terug: ‘Mijn zoon heeft vandaag gevoetbald met de andere kinderen op het schoolplein!’. En dat is zo emotioneel. En ze zeggen: ‘Dit is wat ik me had voorgesteld en ik had gehoopt dat het zo zou zijn.’. Het duurt wel één of twee jaar voor zo’n klas er staat. Maar zijn moeder was zo trots dat hij een partijtje had meegespeeld bij dat voetballen, dat ze zei: ‘Hier heb ik het nou voor gedaan.’. Dat zijn fantastische momenten.
Wie zitten er allemaal in die Samen naar School klassen?
Sommige klassen richten zich op een speciale groep, bijvoorbeeld kinderen met autisme of kinderen met ernstig meervoudige beperkingen. Maar er zijn ook veel klassen waarbij het een mix is van kinderen met diverse zorgbehoeften. Dat is mogelijk door de hoge personeelsbezetting van 1 op 1 begeleiding. Van de Samen naar School klassen heeft ongeveer 11% van de kinderen Downsyndroom, 15% autisme, 33% gecombineerde beperkingen (bijvoorbeeld visueel/auditief met autisme, een ontwikkelingsachterstand, hechtingsproblematiek of ernstige prikkelwerking) en 33% heeft ernstig meervoudige beperkingen.
Wat zie je als je op een dag op een willekeurig moment de school binnen loopt aan inclusieve voorbeelden?
Er zitten 6 kinderen in de Samen naar School klas en er zijn minimaal 3 medewerkers en vaak ook nog een vrijwilliger of een stagiaire. Als medewerker vraag je dan aan leerkrachten: ‘Goh, waar kunnen de kinderen deze week aansluiten?’. En dan kan de leerkracht antwoorden: ‘Nou, Robbert die kan wel weer aansluiten bij handvaardigheid of gym.’. En er wordt ook vanuit leerkrachten zelf gezegd: ‘Robbert komt toch deze week wel weer mee gymen he?’. Zo gaat dat. En zo heeft elk kind zijn vaste klas waar hij of zij op bepaalde momenten bij aansluit. Dit wordt gekozen op basis van interesses van het kind. Als een kind interesse heeft in cijfers of letters dan kan het aansluiten bij groep 3. En qua leeftijd sluit een kind ook altijd aan bij de eigen stamklas. Die inclusiemomenten moet je heel zorgvuldig kiezen. En daarnaast is het ook zo dat de kinderen van de reguliere school ook naar de Samen naar School klas komen. Die komen bijvoorbeeld samen lezen oefenen of andere werkjes doen. Of die komen meespelen of mee lunchen. Allemaal inclusiemomenten.
Er gaat altijd een medewerker van de Samen naar School klas mee. Ook om de leerkracht te ontlasten en het samen voor te bereiden. Want dat kan een enorme drempel zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld afspreken dat de medewerker samen met de leerling uit de Samen naar School klas bij een bepaald groepje leerlingen gaat zitten en dat groepje begeleidt. Het is dan de taak van de medewerker om de inclusie te faciliteren en ervoor te zorgen dat iedereen die wil participeren – want er zijn ook kinderen die dat niet willen – er ook zoveel mogelijk plezier bij beleven en erbij betrokken zijn.
Een veelgenoemde drempel voor scholen is dat ze niet de financiën hebben om meer medewerkers aan te nemen. Hoe is dat Samen naar School toch gelukt?
Een initiatiefnemer van een Samen naar School klas richt vaak een eigen stichting op. Die stichting neemt dus medewerkers in dienst. En omdat veel kinderen ontheffing hebben van de leerplicht, wordt die deelname aan die Samen naar School klas gefinancierd uit de PGB budgetten van de ouders. Dus dat kan zijn van de Wet Langdurige Zorg of vanuit de Jeugdhulp. Maar waar we op landelijk niveau voor strijden, is dat alle Samen naar School klassen ook geld krijgen vanuit het onderwijs. Omdat er onderwijs geboden wordt.
Waarom heeft dat jullie voorkeur?
Zodat niet het onderwijs gefinancierd hoeft te worden vanuit de zorg. Ergens schuurt dat. Vanuit een pragmatische insteek kan je je afvragen of het uitmaakt. Maar vanuit het principe dat de Samen naar School klassen onderwijs geven en de kinderen daar ook recht op hebben, vind ik dat er geld uit het onderwijs naar de Samen naar School klassen zou moeten komen. Om leermiddelen te kunnen kopen, bijvoorbeeld. Dat wordt nu gefinancierd uit fondsen en dat klopt gewoon niet. En de klassen betalen nu ook huur aan de school of gemeente en de gemeente moet toestemming verlenen voor het huren van het lokaal. Terwijl dat als het onderwijs erkend en gefinancierd wordt, er helemaal geen huur betaald hoeft te worden. We hebben het hier dus over de rechten van kinderen. Alle kinderen hebben recht op onderwijs. En je mag helemaal niet zeggen als maatschappij van: ‘Joh, jij hebt een IQ lager dan zoveel, of je hebt 1 op 1 ondersteuning nodig dus jij krijgt geen onderwijs want wij denken dat jij niks kan leren.’. Dat kinderen met ernstige verstandelijke en/of lichamelijke beperking niet kunnen leren klopt niet. Ook zij kunnen van alles leren. Dat hoor ik ook veel terug van de ouders die zeggen: ‘Ik zag de potentie van mijn kind, maar jullie halen het eruit! En ik zie dat mijn kind zich ontwikkelt en dat hij grote stappen maakt en veel leert van de kinderen van de reguliere school!’.
Wat voor invloed heeft Samen naar School op leerlingen van de reguliere school?
De Rijksuniversiteit Groningen heeft onderzoek gedaan naar de beeldvorming bij die leerlingen. Zij hebben scholen zonder en met een Samen naar School klas met elkaar vergeleken. Daaruit bleek uiteindelijk niet veel verschil. Maar wat onze ervaring is, is dat heel veel kinderen geen kind met een beperking kennen. Die komen ze namelijk nooit tegen. Dan merk je in het begin dat er altijd heel veel vragen zijn. Dat zijn heel directe vragen. Bijvoorbeeld: ‘Kwijlt ze altijd zo?’, ‘Maakt ze altijd zulke geluiden?’, ‘Kan ze niet praten?’ of ‘Slaapt ze ook in de rolstoel?’, nou, je kent ze wel. Maar als je daar respectvol en zorgvuldig mee omgaat en die vragen allemaal serieus beantwoordt, dan merk je na een week of twee of zo, dat ze andere dingen zeggen. Bijvoorbeeld: ‘Oh als ik een liedje zing voor Annemiek, dan zie je aan haar gezicht dat ze ervan geniet!’. En dan hoor je dus dat het gewoon Annemiek is geworden.
VAN INTENTIE NAAR ACTIE
Welke stappen zijn er gezet om te bereiken wat jullie nu hebben bereikt?
Een initiatiefnemer die een Samen naar School klas wil starten moet een school vinden. Soms is dat even zoeken. Ze moeten een lokaal vrij hebben, maar bovenal wil je een school die open staat voor inclusie. Dus je wil een schooldirecteur hebben die er al zo over denkt. En die bespreekt het dan met het team en het wordt ook in de MR besproken. Ouders worden ook op de hoogte gesteld. De initiatiefnemer speelt daarbij ook een belangrijke informerende rol. Dus het wordt goed voorbereid. En je ziet vaak – dat zijn ook zo van die emotionele momenten – dat er op die eerste dag allemaal kinderen bij de school staan om de nieuwe kinderen te verwelkomen. Je moet dus wel een school hebben die daar helemaal voor open staat. En die zijn er in Nederland. Dat hoeven niet persé al inclusieve scholen te zijn. Het Samen naar School concept sluit goed aan op bijvoorbeeld Jenaplan, Montessori en scholen die gepersonaliseerd onderwijs geven. Ook christelijke scholen staan er vaak voor open vanuit hun identiteit.
Daarnaast wil je als initiatiefnemer graag samenwerken met lokale partijen. Stel dat ik initiatiefnemer zou zijn in Elst, dan ga ik met de gemeente praten, met de beleidsmedewerkers onderwijs en zorg, met de wethouder, etc. Dan vraag je: ‘Weten jullie misschien ook scholen die lokalen vrij hebben?’. Je gaat ook in gesprek met het samenwerkingsverband. Je hoopt dat de kinderen op den duur ingeschreven worden op school maar dat moet je in de beginperiode nog helemaal niet willen. Dan is het ook fijn als het helemaal vanuit zorg gefinancierd is zodat een school aan de aanwezigheid van de Samen naar School klas kan wennen. Zo’n school heeft vaak geen idee wat er allemaal van hen gevraagd wordt en hoe het er in de praktijk uit gaat zien.
Waar komen jullie nog meer hobbels in de weg tegen?
Geld en samenwerking zijn grote hobbels. Er zijn helaas ook samenwerkingsverbanden die zeggen: ‘Nou we zitten helemaal niet te wachten op zo’n Samen naar School klas want we hebben een dekkend aanbod.’. En dan dwarsbomen ze het ook. We hebben bijvoorbeeld ook een keer gehad dat een directeur van een scholenstichting het Samen naar School concept niet zag zitten en dat was een scholenstichting met geloof ik wel 40 scholen. Nou, dan hoef je bij die 40 scholen al niet meer aan te kloppen. Dan is het echt heel lastig en dan kun je het beste naar een andere gemeente uitwijken. Dat is heel jammer en dan kun je niet in je eigen gemeente naar school.
Ouders en andere initiatiefnemers, zoals als zorgprofessionals en leerkrachten zij vaak 1 tot 2 jaar bezig, naast hun baan en gezin, met de oprichting van een klas. Ze moeten vaak lang wachten op instanties, op gemeenten, tot ze toestemming ergens voor krijgen. Bijvoorbeeld dat ze een lokaal daadwerkelijk mogen gaan huren. Of dat ouders vanuit de jeugdhulp geen budget krijgen. Je moet overal achteraan, overal. Dat er al zoveel klassen zijn, dat is een wonder.
Is het voorwaarde dat kinderen PGB ontvangen?
Bij de meeste klassen, maar niet allemaal. Een pgb-budget kan door ouders ook speciaal worden aangevraagd hiervoor. En vaak helpen de mensen uit de Samen naar School klas daar ook weer bij omdat het zo nauw luistert hoe je het formuleert. Het verschilt per gemeente hoe makkelijk het wordt toegekend en soms is het een hele strijd.
Wat voor rol speelt het Expertisecentrum Samen naar School?
We ondersteunen met de mensen die een Samen naar School klas willen starten met raad en daad. We hebben een toolkit gemaakt met bouwstenen. Daarin staat bijvoorbeeld hoe je een stichting kunt oprichten, hoe je een plan schrijft en hoe je een school kunt vinden. Daarnaast kunnen we ook mee naar gesprekken met scholen of samenwerkingsverbanden. Ik werkte samen met collega José Smits die alles weet van Wet- en regelgeving en financiering. Dat is heel belangrijk. Er zijn namelijk heel veel misverstanden. Een samenwerkingsverband denkt soms dat het budget van een kind met een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs niet mag worden uitgekeerd aan een reguliere school. Maar dat is echt niet waar. En stel dat ik initiatiefnemer zou zijn en het samenwerkingsverband zegt dat tegen mij, dan zou ik misschien denken: ‘Nou, die zullen het wel weten. Dan zal het wel niet mogen.’. Dus dan heb je iemand nodig met autoriteit, die kan zeggen: ‘Hoor eens, dat klopt niet. Die regel is er niet.’. Dan heb je iemand nodig die desnoods mee gaat naar het gesprek en die zegt hoe het wel zit.
Welk advies zou je initiatiefnemers geven als de klas daadwerkelijk staat?
Als je kijkt op klasniveau, dan is mijn advies: je komt in je eigen lokaal en kinderen zullen langskomen vanuit de reguliere school en die zullen nieuwsgierig naar binnen kijken. Maak het laagdrempelig en nodig ze uit om gezellig kennis te. Nodig ook de leerkrachten uit en vertel ze over de kinderen: wat heeft dit kind, op welke wijze geven wij onderwijs en hoe geven wij zorg? Wat zou het dan betekenen als een kindje een keer bij jou zou aansluiten in de klas? Goh, zullen we dat eens een keertje proberen dan kom ik mee. Wat heb je nodig van mij om het tot een succes te maken? En zo langzamerhand bouw je de samenwerking op.
Wie speelt nog meer een grote rol in het tot stand komen van de Samen naar School klassen?
De goede doelen organisatie het Gehandicapte Kind! Dit fonds financiert het Expertisecentrum Samen naar School en geeft al startende klassen een subsidie voor de inrichting van de klas. Met dit laatste doet ook HandicapNL mee. Dat het Gehandicapte Kind het Expertisecentrum mogelijk maakt is zó belangrijk. Het is eigenlijk een taak van de overheid, maar die pakt dit niet op.
Terug naar je inclusie ervaringen – wat heeft het jou gebracht?
Kijk, in het begin was ik een beetje sceptisch. Ik had eigenlijk het idee: inclusief onderwijs, dan horen de kinderen met een handicap de hele dag in de klas bij de andere kinderen en niet in een aparte klas. Maar toen ik in 2014 die 7 Samen naar School klassen bezocht, zag ik echt de waarde in van die aparte klas. Want het zijn vaak kinderen met een grote zorgbehoefte, met epilepsie, autisme of een hoge prikkelgevoeligheid etc. En ik denk nu dat als je inclusie eenzijdig definieert als dat alle kinderen de hele dag met elkaar in dezelfde klas moeten zitten, dat dat dan ook een soort van uitsluiting is. Er zijn kinderen die dat absoluut niet kunnen. En dan is het fijn dat ze naar een plek kunnen waar alles is aangepast en ze even kunnen rusten en waar ze krijgen wat ze nodig hebben aan zorg. Om daarna weer aan te sluiten waar het kan. Het is ook maar net welke kinderen met welke beperkingen je in je hoofd hebt voor inclusief onderwijs. Vaak wordt er dan niet aan kinderen die niet leerplichtig zijn gedacht. Terwijl we juist vanuit het Gehandicapte Kind in 2014 hebben gezegd: maar die kinderen, die horen er ook bij. Ook zij moeten bij een gewone school in de buurt terecht kunnen
Ik vind het heel gaaf wat er bereikt is met Samen naar School. En het gaat steeds verder! Er komen dit jaar weer een stuk of 10 Samen naar School klassen bij. Het groeit en het groeit. Het is een beweging die niet meer te stoppen is.