Het eerste deel van het curriculum van Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen bestaat uit een aantal parallelle leerlijnen die doorlopen van het eerste tot en met het zesde kwartaal. Ieder kwartaal sluit af met lijntoetsen waarin alle kennis die studenten tot dat moment hebben verzameld kan worden getoetst. Aan het eind van kwartaal 4 gaan de vragen dus niet alleen over kwartaal 4, maar over alle kennis uit het eerste jaar. Een voordeel van deze manier van toetsen is dat het studenten stimuleert om hun kennis duurzaam paraat te hebben. Een nadeel is dat het een calculeerbaar risico wordt om de stof uit kwartaal 5 minder nauwkeurig in je op te nemen. Op het tentamen kun je immers een groot deel van de vragen beantwoorden met kennis uit het eerste jaar.

In kwartaal 5 bestaat de leerlijn Mechanismen van Gezondheid en Ziekte uit zeven modules. Een daarvan is Nieuwvorming: patiënt, waarin studenten kennismaken met oncologie. Omdat er weinig contacttijd beschikbaar is voor dit onderdeel, heeft de docent hiervoor drie casussen uitgeschreven. In iedere casus worden de diagnose en behandeling van een veelvoorkomende vorm van kanker beschreven bij een specifieke patiënt. Studenten moeten de casussen zelfstandig bestuderen. In een paar werkcolleges wordt de kennis uit die stof verdiept en in context geplaatst. De docent van deze module merkte dat studenten onvoldoende voorbereid waren voor de werkcolleges, waardoor er weinig interactie ontstond. Zij vermoedde dat die matige voorbereiding samenhing met het kleine aandeel dat de stof over oncologie heeft in de lijntoets aan het einde van het blok (een van zeven onderwerpen, in een tentamen dat over de stof uit vijf kwartalen gaat).

Samen met de docent hebben we de casussen omgevormd van tekstdocumenten naar een online module waar je stap voor stap doorheen klikt. Je krijgt in Brightspace steeds een stukje tekst te zien dat afsluit met een multiple choice vraag. Als je het goede antwoord kiest gaat de casus verder met een nieuw stukje tekst en een volgende vraag. Kies je het verkeerde antwoord, dan krijg je korte feedback met een verwijzing naar de literatuur en keer je terug naar de vraag voor een nieuwe poging. Basisbegrippen die in de module worden genoemd zijn gelinkt aan een kennisbank die in de course is opgenomen. Als je daarop klikt vind je meer informatie over dat begrip. Bij iedere stap staat ook een linkje om een vraag te stellen. Door daarop te klikken opent een nieuw tabblad waarin je je vraag kunt formuleren en insturen. De docent kan voorafgaand aan het werkcollege alle gestelde vragen downloaden. De vragen zijn geclusterd per stap in de casus, zodat ze kan zien welke punten studenten lastig vonden en daar haar werkcollege op kan inrichten. 

Studenten gaven aan dat de casussen op deze manier prettige houvast gaven bij het bestuderen van de literatuur en dat ze gedetailleerdere vragen gingen stellen doordat die optie bij iedere stap werd aangeboden.